Als rasechte Friesch op een schip in de wateren van Delft geboren.
Leeuwarden was mijn stad van opgroeien in mijn eerste jeug en mijn eerste grote liefde.
In Bolsward terecht gekomen waar mijn ouders een patatzaak runden en waar ik mijn eerste lessen kreeg in de scheepvaart op een kleine tanker van de Hollandse Melk Suikerfabriek. HMS. Vooral het kanaal varen ook achteruit varen was vaak een must. Een geweldige leraar.
Verhuisd naar Haarlem waar mijn vader bij de toenmalige NZH ging werken. Bolsward was voor ons verder geen prettige stad.
Ik kwam al snel op een transport van zwaar vervoer terecht. daarna als shovelmachinist in Leeuwarden dank zij een oom van mij, die dragline machinist was. Twee jaar ook daarmee in Duitsland met deze shovel gewerkt, tot ik de militaire dienst in moest. Als recalcitrant viel dat wel en niet mee. De laatste veertien dagen op water en brood, best een leuk en apart verhaal. Heel mijn diensttijd eigenlijk wel. Zij konden geen vat op mij krijgen. Ik barste van de lichte straffen, en dank zij mijn commandant, waar ik goed mee overweg kon, een zogenaamde blauwe, die ook door de Nederlandse regering in de steek zijn gelaten en sommigen een baantje kregen als troost. Hij en ik waren twee handen op één buik.
Daarna in Haarlem wonende als rupsshovelmachinist te Heemstede aan het werk gegaan.
Daarna op een vrachtwagen. Dit om wat meer bij mijn gezin te kunnen zijn. Maar het shovelen begon weer te kriebelen. Helaas had de regering een maatregel ingesteld dat ik als een goed vakman mijn vak niet meer mocht uitoefenen zonder papieren. Fijne regering hebben wij toch.
Op een grote trailer terecht gekomen waar ik een ontzettende fijne baas trof. Tien jaar gewerkt aldaar.
Op mijn 25ste had ik al mijn eerste varende woonboot met opduwer als aandrijving. Dat nam Haarlem mij en velen van ons soort mensen niet in dank af. Het werd zo erg, ik kwam in de WAO terecht. Huwelijk naar de klote. Maar wel drie fijne jongens en drie fijne kleinkinderen, ook jongens.
Kwam in een zijkanaal B terecht in Velserbroek met deze Klipperoverslagschip. 25 jaar daar gewoond zonder enige voorzieningen van de wal. Een heerlijke tijd van grote vrijheid. Tot RWS wilde renoveren. Dat werd alweer bijna mijn dood. In mijn getuigenis kun je daar iets van lezen op deze site.
Voor mij werd na 33 jaar wonen aldaar een gevangenis met allemaal gevangenisbewaarders die het zeker op mij gemunt hadden en nog hebben. Vele rechtzaken die ik steeds gewonnen heb, maar zij blijven doorgaan. Gelukkig rechtzaken, want rechtszaken zijn voor de overheden. Let op de “s”.
Mijn plek overgedaan aan anderen. Van dat geld mijn schip optimaal gemaakt voor mij. Mijn kinderen goed bedeeld en vele armlastigen en projecten gesteund. Mijn geld is bijna op maar ik voel mij een optimaal gezegend mens. Dit heb ik, en ben daar 100% van overtuigd, aan God te danken.
Ik kom, en dat gaat goed, rond met mijn AOW. omdat ik geen ligplaats meer heb, heb ik ook weinig andere kosten, wel heel dure olie.
In Haarlem mag ik gratis liggen. Water gratis en stroom gratis. Daar kan ik dan sparen voor calamiteiten en helling enz. Dit omdat ik de strijd in Haarlem nooit losgelaten heb. Na twintig jaar strijd gewonnen. En ook de strijd met RWS die ik ook nooit los zal laten. Een prachtig bedrijf maar met een aantal rotte appels, en dat is echt jammer. Er lopen nog drie rechtzaken, als het maar niet rechtszaken worden. Zij hebben een fraudeur en meinedige H. van Gellekom uit Zaandam ingehuurd van het frauderende bedrijf Rutte uit Halfweg, met een groot strafblad en daar zijn ik en mijn drie kinderen behoorlijk de dupe van geworden. Het is moeizaam vechten tegen de bierkaai, maar we gaan door en met een vreugde in het hart genieten, van mijn droom die uit is gekomen. Wonen en varen met een eigen schip en een boodschap van God brengen.
Aan deze God, en Zijn Zoon, heb ik alles te danken, en heb een geweldige toekomst, nog veel mooier dan deze in het verschiet.
En zolang pronk ik met mijn leven op deze aarde met mijn prachtige boot “de Sabbatsrust”
Dit mijn verhaal/profiel in het kort.